Is er “verschil van mening” tussen broeders? Of is er een steeds groter wordende kloof tussen Gods Woord en charismanische fantasie? Kijk maar naar dit verschil van mening of deze kloof:

Tom de Wal: “Jezus Aanraken”, p. 18 en 19
Tom leest onhistorisch en concludeert onmiddellijk tot een algemeen principe:
1. er was kracht van de Heere om gezond te maken
2. dat moet zijn: omdat Jezus daar was
3. dus: altijd en overal waar Jezus is, is die kracht
4. De heilige Geest is nu de plaatsvervanger
5. de heilige Geest is altijd en overal
6. de kracht om gezond te maken is nu en overal
Ik exegetiseer historisch en benadruk de context:
1. “het gebeurde” – er is een unieke historische gebeurtenis
2. farizeeën en leraars etc zijn toen aanwezig geweest – zij zijn “hen”
3. toen was er kracht voor de Heer om “hen” (deze mensen) te genezen
4. de kracht om gezond te maken die toen verleend werd door de heilige Geest stond dus in dienst van een getuigenis toen voor specifieke mensen.
Mijn stellingen:
- Je leest de Bijbel eerst historisch, in de context van toen, als verslag van unieke gebeurtenissen.
- Daarna pas stel je de vraag: was dit uniek voor die tijd? Is het ook nu geldig? (Voor wie?)
- En als het om opdrachten aan de discipelen gaat: is die opdracht algemeen voor de gemeente van nu? Of specifiek bestemd voor de apostelen en de apostolische tijd?